4 mei-toespraak 2025 burgemeester Jan de Boer
Hieronder vindt u de bijdrage van burgemeester Jan de Boer in het kader van de nationale herdenking op 4 mei 2025.
80 jaar vrijheid.
Het is in één ademtocht uitgesproken, maar in rust ontdek je hoe gelaagd deze boodschap werkelijk is. Het klinkt lang en kort tegelijk; ver weg, maar ook dichtbij. Elke 4 mei herdenken wij. Elk jaar maken we het verleden opnieuw actueel. Maar de realiteit is ook dat er elke keer minder mensen onder ons zijn die de Tweede Wereldoorlog daadwerkelijk meemaakten.
Het is onze plicht om hun verhalen levend te houden en door te geven. Net zoals de generaties voor ons de verhalen van hen, die deze zwarte bladzijde uit onze historie niet overleefden, met zorg bewaarden. Het is een verantwoordelijkheid die ik als burgmeester van deze gemeente, met haar bijzondere geschiedenis, sterk ervaar.
In die doorvertelling schuilt ook de groei van ons collectieve bewustzijn. De herinneringen, aanvankelijk gefocust op een specifieke groep, kregen in de loop der tijd steeds bredere contouren. Als maatschappij gingen wij meer zien, meer horen en meer erkennen. Ook de slachtoffers die eerder buiten het memorandum vielen.
Vandaag, 4 mei 2025, herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of elders zijn omgekomen of vermoord; gedurende de Tweede Wereldoorlog, de koloniale oorlog in Indonesië of in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.
Binnen die breedte blijft er ongekende diepgang. Ook leren wij nog steeds over wat er in het verleden, hier, is gebeurd. Zo kwam ik afgelopen jaar in aanraking met het verhaal van mevrouw Mietje Beek-Oudkerk. Geboren en getogen in Den Helder. Ze is hier moeder, grootmoeder en weduwe geworden; de respectabele leeftijd van 60 al gepasseerd als de oorlog uitbreekt. De bombardementen die Den Helder al snel teisteren, zijn voor haar mogelijk reden om haar stad te ontvluchten en alles achter te laten. Duizenden stadsgenoten zouden haar voor- en nagaan.
Toch staat hetgeen haar in Den Helder overkomt geenszins in vergelijking bij alle verschrikkingen die de Holocaust brengt. Het is een lot dat ook mevrouw Beek-Oudkerk niet bespaard blijft. Na een lange en erbarmelijke treinreis arriveert ze op 5 februari 1943 in Auschwitz; nog diezelfde dag overlijdt ze, dan 63 jaar oud.
Ze was een inwoner van onze stad die hier nooit meer zou terugkeren. Tot afgelopen november, toen ze alsnog een herdenkingssteen kreeg. Toen relatief recent bleek dat ze hiervoor in aanmerking kwam, is er door alle betrokkenen snel en respectvol gehandeld. Het resultaat is dat de naam van mevrouw Beek-Oudkerk, in het bijzijn van haar nabestaanden, een vaste plek in Den Helder heeft gekregen.
Tachtig jaar na dato werken wij dus nog steeds aan onze geschiedenis. Maar zelfs als wij ooit zijn uitgeleerd en uitgeschreven, dan is er nog steeds zoveel om naar terug te keren en opnieuw bij stil te staan. Zeker bij ronde getallen, zoals 80, blikt men bij dit soort gelegenheden veelal terug en somt men de kosten van onze vrijheid op.
Ik vind dat een onmogelijke opdracht. Want hoe doe je recht aan alles en iedereen? De slachtoffers, maar ook de overlevenden; de joden en niet-joden; de militairen en verzetshelden; de vele burgers, van jong tot oud. De stad die ooit was; de vernietigende bombardementen; de angst, verdriet en onzekerheid die er moeten zijn geweest; maar ook de hoop en vechtlust die men koesterde en toonde. Het was er allemaal, hier in deze gemeente, Den Helder.
Misschien denkt u bij 80 jaar vrijheid aan iets of iemand anders dan ik. En misschien is dat helemaal niet erg, omdat het er allemaal mag zijn. Het meest waardevol is ons samenzijn, waarmee wij als Helderse samenleving uiting aan onze collectieve waarden geven. Als individuen kunnen wij niet alles weten, onthouden en overbrengen. Maar als maatschappij is het onze plicht om dat wel te doen. Opdat wij niet vergeten.