73871 RIB afbouw Verwijsindex
Aan de leden van de gemeenteraad
Met deze Raadsinformatiebrief informeren wij u graag over de afbouw van de Verwijsindex met ingang van 1 oktober 2024.
De Verwijsindex is een instrument dat vroeg-signalering en interprofessioneel samenwerken rondom jeugdigen ondersteunt. In september 2022 schreef staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) in een brief aan de Tweede Kamer dat hij de Verwijsindex als wettelijke verplichting uit de Jeugdwet wil schrappen. Onder andere vanwege het ontbreken van draagvlak voor het instrument.
Eind 2023 besloten alle colleges in de regio’s West-Friesland, Kop van Noord-Holland en Alkmaar tot de afbouw van de Verwijsindex. Met ingang van 1 oktober 2024 stopt het gebruik van het instrument. Professionals in Noord-Holland-Noord (NHN) kunnen vanaf dat moment niet meer in de Verwijsindex hun betrokkenheid tonen ten aanzien van een jeugdige. Met dit besluit loopt de gemeente, samen met een aantal andere regio’s, voor op de landelijke planning tot afbouw van de Verwijsindex. Wel zijn de gemeenten van mening dat deze afbouw zorgvuldig dient te verlopen.
Vanaf het moment dat de gemeenten stoppen met het ondersteunen van het gebruik van de Verwijsindex (VIR) en het relatiemanagement, voldoen de gemeenten formeel gezien (vanaf 1 oktober 2024) niet meer aan de verplichting zoals die in de Jeugdwet is opgenomen. Er zijn meerdere regio’s in het land die niet (meer) werken met de Verwijsindex. Het ministerie kan gemeenten wijzen op de vereisten van behoorlijk bestuur, maar zal dit verder gedogen. Zij heeft tot op heden niet gehandhaafd op het gebruik van de Verwijsindex. Er is nog geen (landelijk) alternatief op de Verwijsindex. Voorlopig is hier ook nog geen concreet perspectief op.
In recente uitspraken heeft de demissionair staatssecretaris Van Ooijen nogmaals aangegeven de wettelijke verplichting voor gemeenten te schrappen, mede omdat het draagvlak voor het instrument ontbreekt. “In de afweging tot schrapping van de VIR speelt bovendien mee dat de gegevensverwerking die in het kader van de VIR plaatsvindt, gelegitimeerd wordt door een landelijke dekking. Doordat die ontbreekt, is de belangrijkste rechtvaardiging voor deze verwerking verdwenen”, aldus de staatsecretaris op 19 april jongstleden in Binnenlands Bestuur.
De gemeenten in Noord-Holland-Noord en het Rijk zitten wat dit betreft op dezelfde lijn.
In deze raadsinformatiebrief lichten we graag de volgende punten toe;
-
De stappen die in Noord-Holland-Noord worden gezet in de zorgvuldige afbouw van het gebruik van de Verwijsindex als instrument.
-
De activiteiten die door de gemeenten in Noord-Holland-Noord worden ondernomen om de onderliggende doelen te (blijven) realiseren: vroeg-signalering en op interprofessioneel samenwerken.
Ad. 1. Zorgvuldige afbouw van het gebruik van de Verwijsindex als instrument
Tot 1 oktober 2024 geven de gemeenten uitvoering aan de afbouw van het gebruik van de Verwijsindex in Noord-Holland Noord. Om hier uitvoering aan te geven, zijn de contracten met de beheerder van de Verwijsindex (Multisignaal) opgezegd.
Specifiek is hierbij aandacht voor de vraag hoe om te gaan met de wettelijke bewaartermijn van de in de Verwijsindex opgenomen gegevens. De totale wettelijke bewaartermijn is zeven jaar. Dit zijn twee ‘actieve’ jaren (er kan tot twee jaar na het tonen van betrokkenheid in de Verwijsindex nog een match ontstaan) en vijf ‘passieve’ jaren (bewaren en beheren van de data, na de laatste ontstane match).
Het bewaren van de data vereist beheersmatige acties. Die acties bestaan uit: inzage bieden, het wijzigen van data en verwijderen van data (op verzoek, wanneer iemand 23 jaar wordt of wanneer iemand overlijdt). Deze taak vraagt dus ook om het ontsluiten ervan (bereikbaar zijn voor dergelijke verzoeken). De gemeenten beleggen deze taak daarom ook na 1 oktober 2024 bij Multisignaal.
Ad. 2. De activiteiten die door de gemeenten in Noord-Holland-Noord worden ondernomen om de onderliggende doelen te (blijven) realiseren: vroeg-signalering en interprofessioneel samenwerken
Vanuit VWS is onlangs een praktische handreiking uitgebracht voor gemeenten over de afbouw van de Verwijsindex. In deze handreiking worden bestaande werkwijzen in kaart gebracht die bijdragen aan de onderliggende doelen van de Verwijsindex. Vooruitlopend op deze handreiking hebben wij zelf een overzicht gemaakt van andere, ook al bestaande werkwijzen die inspelen op de onderliggende doelen van de Verwijsindex.
De gemeente blijft zich inzetten voor effectieve vroeg-signalering en ondersteuning in de nabije omgeving van de jeugdige, volwassene en het gezin. Dit betekent dat professionals van het lokale team zichtbaar en aanwezig zijn op vindplekken en zorgstructuren in de wijk, zoals bij de kinderopvang, scholen, huisartsen en maatschappelijke organisaties. Door de nabijheid en preventieve manier van werken met een ‘eropaf-mentaliteit’, signaleren zij vroegtijdig vraagstukken en/of bieden zij lichte ondersteuning, waardoor erger of (onnodige) instroom in formele hulp wordt voorkomen.
Maar ook andere belangrijke sleutelfiguren die zichtbaar zijn in de wijk dragen bij aan deze vroeg- signalering, zoals de praktijkondersteuner van de huisarts, wijkverpleegkundige, thuisondersteuner, welzijnswerker, jongerenwerker, buurtsportcoach of wijkagent. Door ondersteuning en voorzieningen zo bereikbaar en toegankelijk mogelijk voor de inwoners te organiseren, zijn ze goed vindbaar en laagdrempelig, waardoor de signaleringsfunctie wordt vergroot.
Daarbij betrekken we nadrukkelijk de opgaven vanuit de (landelijke) Hervormingsagenda Jeugdrondom de stevige lokale teamswaarin we de volgende doelen realiseren:
-
Inwoners/gezinnen/jeugdigen die zelf hulp zoeken weten waar zij terecht kunnen en vinden hun weg.
-
Ook inwoners/gezinnen/jeugdigen met een latente hulpvraag en zorg-mijders komen tijdig in beeld, onder andere door ze actief op te zoeken, zodat wordt ingegrepen als het probleem nog hanteerbaar is.
-
Inwoners komen terecht bij de hulp die ze ook echt nodig hebben; dat wil zeggen met oog voor de samenhang van hun problemen en aansluitend op wat ze zelf kunnen (ondersteunen, maar niet overnemen).
Den Helder, 17 juli 2024.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Den Helder,
J.A. (Jan) de Boer MSc. burgemeester
J. (Jeroen) van Egerschot loco-secretaris