4 mei-toespraak burgemeester De Boer
Hieronder vindt u de toespraak die burgemeester De Boer op 4 mei, tijdens de nationale herdenking, bij het monument ‘Den Vaderlant Getrouwe’ heeft gehouden.
Gezien, gehoord en erkend worden
Vorig jaar sprak ik met twee zussen, woonachtig in Den Helder. Dochters uit een Sinti-familie. Zelf Sinti, in hart en nieren. Het gesprek ging over de Tweede Wereldoorlog. Zij vertelden mij een nog onbekend verhaal over onze stad. Het gezin van hun toen jonge vader kwam kort voor de oorlog in Den Helder te wonen: op een klein kamp, Onrust, tegenover Fort Westoever. Toen de oorlog uitbrak, kwam het gezin in groot gevaar te verkeren. Want de bezetter startte ook de deportatie van zigeuners.
Op dat moment werd het gezin door de Helderse burgemeester Ritmeester weggezonden. Niet naar kamp Westerbork, maar naar Ruurlo. Niet naar hun ondergang, maar naar bleek, hun redding. In Ruurlo konden zij onderduiken. Er waren in het land meerdere kampen waar burgers, die gedwongen moesten evacueren, naartoe verhuisden als ze niet naar familie konden. Het gezin overleefde de oorlog, vele andere Sinti en Roma niet. Na de oorlog kwamen zij weer in Den Helder wonen. Niet meer in een wagen, dat durfden ze niet meer. Buiten zijn moeder, broer en zussen is vaders hele familie vermoord. Het is goed dat wij anno 2023 ook weet hebben van deze geschiedenis.
Want het gaat er uiteindelijk om gezien, gehoord en erkend te worden. Dat is het enige wat slachtoffers en nabestaanden vragen. Het gaat hun letterlijk om een luisterend oor, erkenning. Over de wijze hoe gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, onder welke omstandigheden en de plaats die zijzelf hadden aan – wat achteraf bleek – de verkeerde kant van de geschiedenis. Met de pijn die daarbij is geleden, de trauma’s die later niet zijn verwerkt en de spanningen die de volgende generatie meekregen.
Vandaag, 4 mei, herdenken wij alle Nederlandse slachtoffers die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. En burgers en militairen die stierven in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna. Waar we ook gaan, we dragen de rugzak van het verleden met ons mee. Met daarin een archief dat zijn weerga niet kent. Eén die gevuld is met herinneringen. Sommige persoonlijk, velen collectief.
Tachtig jaar geleden vernietigden Engelse bommenwerpers in één aanval de gehele voorraad torpedo's van de Kriegsmarine. Hier vlakbij, op de marinewerf in Den Helder. Het was een van de zwaarste bombardementen in deze gemeente. Naast de enorme materiële schade, waren er 39 dodelijke slachtoffers te betreuren. 19 februari jongstleden stonden wij uitgebreid stil bij deze gebeurtenis en ook hier viel het mij op dat de emotionele impact nog altijd groot is.
Het verleden is dus niet iets van vroeger. Het verleden leeft voort in onze gedachten. Simpelweg door met elkaar te praten; door naar elkaar te luisteren. Dat heb ik het afgelopen jaar in Den Helder nog meer ervaren. Op initiatief van de Molukse gemeenschap, en met steun van de gemeenteraad, worden de grafrechten van de eerste generatie marine-Molukkers, die hier kwamen wonen en werken, overgenomen. Daarnaast komt er een gedenkteken. Decennia na dato zijn zij gehoord en worden zij niet vergeten.
Onlangs is het onderzoek verschenen over de onteigening en het rechtsherstel van Joodse inwoners ten tijde van de WO II. Het onderzoek zegt iets over de rol van de gemeente in bezettingstijd en heeft nieuwe kennis en inzichten gebracht. Zo is en blijft het confronterend te lezen dat er destijds niet meer aandacht was voor het slachtofferschap van de Joodse bevolking vlak na de oorlog. Een breed gedragen erkenning zou pas jaren later komen.
Tegelijkertijd is zorgvuldigheid geboden bij het vormen van een mening. Met de kennis van nu is het anders, misschien ook makkelijker, om te oordelen en te veroordelen. Hoe moeilijk ook: we moeten onszelf in anderen proberen te verplaatsen, in een ander tijdsgewricht ook. Want als het rapport één ding duidelijk maakt, dan is het dat velen in Den Helder onder de Tweede Wereldoorlog hebben geleden. Tijd voor bezinning en berouw was er nauwelijks. Direct na de bevrijding volgde een bijna onmogelijke opdracht: de wederopbouw van onze stad.
Een stad bestaat uit stenen, een samenleving uit mensen. Laten we elkaar zien en erkennen. Laten we luisteren om de ander te horen en herdenken om niet te vergeten.
J.A. (Jan) de Boer MSc.
Burgemeester gemeente Den Helder