4 mei-toespraak 2024

“Onze kinderen zijn oorlogskinderen. Helaas…” Zo stond geschreven in de Heldersche Courant van 17 mei 1941. De journalist schetste het beeld van een lerares die, op een school, ergens in onze stad, haar leerlingen vroeg om hun ervaringen van de oorlog, op papier te zetten. Het werden verhalen en tekeningen van beschietingen, neerstortende vliegtuigen, verwoestende ontploffingen, en brandende gebouwen, zoals alleen kinderen dat kunnen weergeven. Zijn conclusie van toentertijd is 83 jaar later correct gebleken: “De indrukken die de kinderen het laatste jaar hebben opgedaan, zijn indrukken die ze, wellicht hun leven lang, niet meer zullen vergeten.”

Vandaag, 4 mei 2024, herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of elders zijn omgekomen of vermoord; gedurende de Tweede Wereldoorlog, de koloniale oorlog in Indonesië of in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna. Wij vergeten hen niet. Wat hier in Den Helder is gebeurd, vergeten wij niet. Wie zich het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven. Het zijn deze beroemde woorden van dichter, schrijver en filosoof George Santayana die nog overal ter wereld worden herhaald.

Toen bombardementen Den Helder teisterden en inwoners hun stad ontvluchtten, ontstond er grote druk op de dorpsschool van Julianadorp. Er waren meer klassen dan lokalen, maar hoofdmeester Hendrikx liet zich daar niet door weerhouden. Uitsluiting van de Helderse vluchtelingen was geen optie. Het leerlingenaantal van de school steeg al snel tot over tweehonderd. Een verdubbeling ten opzichte van het aantal slechts kort daarvoor. Meester Hendrikx besloot kinderen buiten les te geven, zodat zij onderwijs konden blijven volgen en zichzelf ontwikkelen. De openluchtschool ging begin juli van start, op een open veld, achter het schoolgebouw, op het terrein voor lichamelijke oefening. Leerlingen zaten in oude banken, de onderwijzers soms in hun midden. Zo werden de laatste weken voor de zomervakantie overbrugd. Deze zomervakantie zou in Julianadorp tot in november duren…

Dit éne verhaal van de openluchtschool is voor mij een verhaal over onverschrokkenheid. Zelfs toen het meest ondenkbare gebeurde, bleef men zich zo goed mogelijk en onverstoorbaar inzetten voor ons meest belangrijke bezit: onze jeugd, onze toekomst.

De kinderen van mei 1941 waren oorlogskinderen. Uiteindelijk hebben onvoorstelbaar veel mensen, in het bijzonder uit de Joodse gemeenschap, deze jaren niet overleefd. Die pijn, individueel dan wel collectief gevoeld, zal nooit verdwijnen. Wij staan daar ieder jaar, opnieuw en opnieuw, bij stil. Wij moeten en blijven ons verzetten tegen discriminatie en racisme. Herdenkingen, zoals in het hier en nu, zijn daarbij enorm belangrijk. Want wie het verleden niet herinnert, is gedoemd het opnieuw te beleven.

Ook na de Tweede Wereldoorlog is Nederland bij verschillende oorlogen en conflicten betrokken geweest. En nog altijd zwaaien wij onze mensen uit die zich voor de Koninklijke Marine wereldwijd inzetten voor vrede en veiligheid. Lokaal vangen wij vluchtelingen op die leed en onheil zijn ontvlucht.

Dit alles doen wij voor een betere wereld. Een wereld waarin kinderen vrij en zorgeloos kunnen opgroeien. Een wereld waarin zij onderwijs kunnen genieten en een toekomst hebben. Het zijn nog steeds diezelfde waarden als waar men zich ruim tachtig jaar geleden op de openluchtschool in Julianadorp voor heeft ingezet.

Petra Bais
Locoburgemeester gemeente Den Helder

Gebaseerd op ‘Onze kinderen zijn oorlogskinderen. Helaas!’ van Wout Smit